Portefeuillehouder
Willem-Jan Stegeman
Inleiding
In deze paragraaf vindt u beschreven welke beleidskaders er zijn voor onze kapitaalgoederen. Ook benoemen wij de financiële consequenties van het beleid ten aanzien van onze kapitaalgoederen. We doen dit voor de volgende kapitaalgoederen:
- Wegen en infrastructuur
- Riolering
- Kunstwerken
- Water
- Groen
- Gebouwen
De eerste 5 onderdelen hebben betrekking op de openbare ruimte. Wij zetten ons in voor een veilige, groene en leefbare openbare ruimte. Daarnaast zetten wij onze gebouwen in voor het bereiken van bestuurlijke doelen, zoals het huisvesten van culturele instellingen, scholen, sportverenigingen en wijkcentra.
Beleidskader – Openbare Ruimte
INLEIDING
We werken voortdurend aan het in stand houden van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen, riolering, groen en verlichting. Het daarvoor gewenste niveau ‘Amersfoortse basis’ is in 2021 opnieuw vastgelegd in het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 (vastgesteld juni 2021). De beleidsdoelen uit programma 1.1.5 vormen de kaders voor het plannen en uitvoeren van het beheer en onderhoud.
- We voldoen aan onze zorgplicht voor een veilige en functionele openbare ruimte, zowel boven- als ondergronds.
- Onze inwoners zijn tevreden over (het beheer van) de openbare ruimte in de stad.
- Bij het uitvoeren van beheer en onderhoud geven we invulling aan ambities en opgaven, om de openbare ruimte te verbeteren, toekomstbestendig te maken, voor te bereiden op veranderingen in het klimaat en te laten passen bij de maatschappelijke behoeften.
We doen dit op een duurzame wijze. We nemen de realisatie van overige ambities en opgaven in de openbare ruimte mee, mits hiervoor cofinanciering beschikbaar gesteld is. - Wij stimuleren en faciliteren zelfbeheer en initiatieven van inwoners in de openbare ruimte.
Uitgangspunt voor de programmering is dat de openbare ruimte veilig en functioneel blijft en er geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Dit is samen te vatten als de 'technische noodzaak'. Vanuit deze opgave zoeken we continu naar kansen om ook invulling te geven aan andere ambities en opgaven. Daarnaast overleggen we voortdurend met omwonenden en belanghebbenden bij projecten die we uitvoeren en zoeken naar mogelijkheden om hun wensen in de uitvoering op te nemen. Dit vraagt vaak om afstemming op wijkniveau. We werken daarom gebiedsgericht.
FINANCIËN
Het groot onderhoud en vervangen van de openbare ruimte wordt gedekt vanuit diverse voorzieningen en vervangingsinvesteringen. De tabel geeft een overzicht voor de beschikbare middelen voor 2023 tot en met 2026. Voor deze periode gaat in het totaal om bijna € 125 mln. Hiervan is bijna € 46 mln. de financiering van de riolering en watertaken. De andere € 79 mln. zijn ten behoeve van groot onderhoud en vervanging van de openbare ruimte. Het ‘Meerjarenuitvoeringsprogramma openbare ruimte 2023-2026’ (verder ‘MJP-OR’) geeft jaarlijks de gedetailleerde overzicht welke projecten voor deze middelen zijn gepland.
Tabel PK.01 Overzicht beschikbare middelen
RESTEREND | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | TOTAAL | |
---|---|---|---|---|---|---|
Voorziening OR | € 2.550 | € 4.206 | € 4.206 | € 4.206 | € 4.206 | € 19.374 |
Voorziening onderhoud riolering (tijdelijk) | € 20.570 | € 20.570 | ||||
Vervangingsinvesteringen OR | € 6.717 | € 13.958 | € 13.816 | € 14.985 | € 10.000 | € 59.476 |
Vervangingsinvesteringen riolering | € 0 | € 5.980 | € 6.210 | € 6.440 | € 6.670 | € 25.300 |
TOTAAL | € 29.837 | € 24.144 | € 24.232 | € 25.631 | € 20.876 | € 124.720 |
We dekken het in stand houden van de openbare ruimte en riolering vanuit de volgende middelen:
- Exploitatie (dagelijks en groot onderhoud, zoals integrale wijkonderhoudsbestekken).
- Voorziening groot onderhoud openbare ruimte (groot onderhoud wegen/openbare ruimte, baggeren en vervanging groen en bomen). Er wordt jaarlijks € 4,2 mln. in de voorziening gedoteerd. Er resteerde 1-1-2022 nog € 2,6 mln in de voorziening. Inschatting is dat begin 2023 nog € 1,1 mln. resteert in de voorziening.
- Voorziening groot onderhoud riolering (ex artikel 44 lid 1c BBV):
Dit is een voorziening ten behoeve van nog niet uitgevoerde projecten uit het GRP 2012-2021. Hier is oorspronkelijk 26,9 miljoen gedoteerd vanuit de voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV). Deze voorziening wordt opgeheven wanneer de projecten zijn afgerond. Er resteert momenteel nog € 20,9 mln. - Voorziening toekomstige vervangingsinvesteringen riolering (ex artikel 44 lid 1d BBV)
dit betreft de projecten in het kader van gemeentelijke watertaken, zoals het aanleggen of vervangen van riolering, zoals opgenomen in het GRP 2022-2031. Deze voorziening vangt fluctuaties in de lasten door investeringen op en voorkomt de stijging van kapitaallasten. Er wordt in de komende vier jaren in totaal € 25,3 mln. gedoteerd. Per jaar loopt het gedoteerde bedrag op van bijna € 6 mln in 2023 tot € 6,7 mln. in 2026. ; - Voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV):
Een egalisatievoorziening voor het productsaldo riolering. Het meerdere in de voorziening wordt aangewend ter dekking van de kapitaalslasten van investeringen uit de periode 2018-2020.
- Vervangingsinvesteringen (ten behoeve van vervanging van o.a. integrale herinrichtingen, wegen, openbare verlichting, bruggen, kademuren, grote speelplekken en kunstgrasvelden).
De onderdelen van de openbare ruimte die worden vernieuwd worden geactiveerd conform de BBV. De benodigde bedragen voor vervangingsinvesteringen zijn berekend in het integraal beheerplan Openbare ruimte 2022-20231. De bedragen wordt jaarlijks in de kadernota aangevraagd. Een deel van nog niet uitgegeven investeringsbedragen zijn verdeeld over de periode 2023-2026. Daarmee is in totaal ongeveer € 59,5 mln. beschikbaar.
UITVOERINGSPROGRAMMA 2023-2026
Voor het groot onderhoud en vervangingen stellen we jaarlijks een (financieel) voortschrijdend meerjarenuitvoeringsprogramma op. Dit programma bevat de concrete activiteiten en projecten die we in voorbereiding en uitvoering nemen en de kosten daarvan (voor engineering, uitvoering en bijkomende kosten). Het MJP-OR beslaat steeds een periode van vier jaar, gelijklopend met de periode van de meerjarenbegroting. In het MJP-OR worden ook de projecten voor de gemeentelijke riolering opgenomen. De besluitvorming en dekking daarvan loopt via het Gemeentelijke Rioleringsplan Amersfoort 2021-2031 (GRP), vastgesteld in juni 2021.
Het MJP-OR 2023-2026 bevat circa 120 projecten. Dit zijn zowel integrale projecten met een gecombineerde aanpak van riolering, wegen, groen, kunstwerken en verlichting, als ook sectorale projecten voor één van deze onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan het vernieuwen van lichtmasten, groot onderhoud aan (hoofd)wegen of het vernieuwen van kunstgrasvelden in de openbare ruimte. Het MJP-OR 2023-2026 geeft een compleet overzicht en een uitgebreidere toelichting op gerealiseerde projecten en de planning voor de komende jaren.
De nadruk in het programma ligt in projecten in de woongebieden. De meeste projecten in uitvoering liggen nog in de oudste delen van de stad: de zuidelijke delen van Amersfoort en kernen Hoogland en Hooglanderveen. Projecten zijn bijvoorbeeld de integrale herinrichting van Kamerlingh Onnesstraat e.o. (Leusderkwartier) of de Engweg e.o. (Hoogland).
De aandacht is aan het verschuiven naar de ‘nieuwere’ delen van de stad als Schuilenburg en Liendert. Deze wijken zijn nu circa 50 jaar oud. Op basis van o.a. het wijkperspectief Liendert en een ruimtelijke verkenning van Schuilenburg starten we hier in de begrotingsperiode met herinrichtingsprojecten, zoals de omgeving van De Horsten en het Ariaplein. Om kansen voor ambities goed in beeld te krijgen is een gebiedsgerichte benadering van belang. Vanuit een visie op wijkniveau kunnen we de vertaling maken naar concrete doelstellingen en resultaten voor een project.
In de binnenstad wordt de komende periode gewerkt aan de renovatie van de Heksenbrug, de herinrichting Varkensmarkt en vervanging van de verlichting in de winkelstraten.
Het hoofdwegennet wordt jaarlijks geïnspecteerd. In de komende jaren wordt op een aantal hoofdwegen deklagen vervangen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Ringweg Koppel, Amsterdamseweg, Maatweg, Hogeweg, Energieweg en Stadsring-Zuid. Het gaat hier om groot onderhoud en niet om herinrichtingen.
We werken aan een grootschalig vervangingsprogramma van lichtmasten dat zich over meerdere jaren gaat uitstrekken. We hergebruiken lichtmasten altijd zo lang mogelijk. De vervanging betreft lichtmasten die niet in integrale projecten zijn opgenomen en aan het einde van de levensduur zijn. In Vathorst worden de armaturen vervangen. Conform het beleid worden bij vervanging van openbare verlichting steeds naar duurzaamheid gekeken en de meest energie-zuinige varianten gekozen. Het niet meer (mogen) toepassen van PLL-lampen zal in deze planning een rol spelen.
AANDACHTSPUNTEN BIJ UITVOERINGSPROGRAMMA 2023-2026
De uitgaven blijven nog steeds achter bij de beschikbare middelen, waardoor buiten een technische achterstand ontstaat. Dit is inmiddels zichtbaar in overschrijdingen in het dagelijks onderhoud (€ 200.000 op verhardingen in het wijkonderhoud de laatste 2 jaar). De projecten zijn vanuit een technische noodzaak op de planning opgenomen. De vertragingen hebben meerdere oorzaken zoals ook in de jaarrekening is toegelicht. Zowel te beperkte capaciteit in de organisatie, afhankelijkheden van externe partijen, onzekerheid en daardoor wijzigingen in ontwikkelingen als de energietransitie, sterkere betrokkenheid van bewoners waarvoor ook tijd moet worden gepland. We doen er alles aan om deze vertragingen te beperken en zo mogelijk in te lopen met een aantal maatregelen: Zo beogen we meer capaciteit in te zetten, waaronder een uitbreiding van het aantal projectleiders. Ook pakken we projecten meer gebiedsgericht aan, zodat er op voorbereidingstijd per project wordt bespaard. Tot slot brengen we beter in beeld welke projecten er in een gebied lopen, zodat we verrassingen (en dientengevolge het stilleggen van een project) zo veel mogelijk voorkomen. Alles samen geeft dit een toenemende complexiteit die een gegeven blijkt; beheeropgaven zijn meer en meer verweven met andere relevante maatschappelijke opgaven in de stad. Daarnaast is er een grotere samenloop en afhankelijkheid van planningen van externe partijen, zoals het vernieuwen van ondergrondse leidingen door nutsbedrijven of de bouw van woningen.
- De beoogde kwaliteit staat op onderdelen onder druk, onder andere door het uitstellen van vervangingen. Waar de veiligheid en functionaliteit kunnen worden gewaarborgd, wordt de beeldkwaliteit en ‘toonbaarheid’ wel aangetast.
- De stijgende prijzen voor materialen, energie en brandstoffen hebben gevolgen voor de uitvoering van projecten en andere werkzaamheden in de openbare ruimte waar de gemeente opdrachtgever voor is. De kosten van de uitvoering stijgen en bij de meeste van de lopende projecten treden budgetoverschrijdingen op. In veel contracten mogen prijsindexaties worden doorgevoerd. Uiteindelijk zullen hierdoor minder projecten kunnen worden uitgevoerd voor het beschikbare budget en moet een herprioritering plaatsvinden. Voor nog aan te besteden projecten is de huidige situatie onzeker, waardoor aannemers voorzichtig zijn met inschrijvingen om (financiële) risico’s te voorkomen.
- Er komen regelmatig ideeën uit de stad voor de eigen omgeving, variërend van kleinschalige aanpassingen tot grote ingrijpende herinrichtingsprojecten. Er is echter geen financiële ruimte voor dergelijke tussentijdse vernieuwing. Ons vervangingsbudget is er op berekend dat de openbare ruimte eens in de 40 à 50 jaar -als de technische levensduur afloopt- wordt vervangen. We zoeken wel steeds naar mogelijkheden. Soms lukt het om in overleg met de initiatiefnemers de kleine projecten via budget voor de wijk of het jaarlijkse onderhoud op te pakken. Voor grotere projecten is dat vaak niet mogelijk.
- We verwachten de komende jaren een grote invloed op de programmering van projecten door benodigde werkzaamheden voor de energietransitie, zoals de aanleg van collectieve warmtenetten, het verzwaren van de elektriciteitsnetten en de aanpassing of verwijdering van het gasnet. Tot nu toe is deze planning nog erg onzeker. Wachten op zekerheid vertraagt de noodzakelijke aanpak van de bovengrond. Het dilemma tussen enerzijds zoeken naar meekoppel-kansen en anderzijds doorpakken in het realiseren van projecten zal de komende periode steeds actueel zijn. De planningen zijn wel afgestemd op de sanering van brosse gas- en waterleidingen de komende jaren.
Amersfoortse basis
De beoogde kwaliteit is het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 samengevat als ‘Amersfoortse basis’. De kern hiervan is dat we continue zorgen voor een veilige en functionele openbare ruimte en daarmee voldoen aan onze zorgplicht. Ten aanzien van beeldkwaliteit hanteert de gemeente Amersfoort een CROW-B-kwaliteit voor de technische staat van de openbare ruimte. Om aan het criterium ‘B’ te voldoen, is de norm dat maximaal 20% van de openbare ruimte een lage (‘C’) of zeer lage kwaliteit (‘D’) mag hebben. In de Binnenstad is de norm voor de bovengrondse openbare ruimte kwaliteitsniveau ‘A’, maar in de praktijk ligt de gerealiseerde kwaliteit hier iets onder. Dit komt met name door later vervangen van areaal, in combinatie met de hoge gebruiksdruk en extra slijtage.
Onderhoud
Tabel: PK.02 Onderhoudstabel
GEREALISEERDE KWALITEIT 2021 | TECHNISCHE STAAT | INSPECTIE- MONITORINGSMETHODE |
---|---|---|
Groen | B | Beeldkwaliteit CROW kwaliteitscatalogus |
Bomen | B | Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen/ BVC-inspectie |
Spelen | B | Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen |
Oevers en beschoeiingen | B-C | Inspectie op veiligheid |
wegen | B | Inspectie CROW schadebeelden/beeldkwaliteit |
Civiele kunstwerken | B | Inspectie op veiligheid/ functionaliteit |
Openbare verlichting | B | Inspectie op functionaliteit/ NSVV-normen/ beeldkwaliteit |
Riolering | B | Functioneel niveau/ RIONED-normen |
Beleidskader – Gebouwen voor maatschappelijk en ruimtelijk beleid
De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat in hoofdlijn uit twee delen: het maatschappelijk vastgoed en het strategische vastgoed. In totaal circa 375 vastgoedobjecten, gebouwen en gronden. Het maatschappelijk vastgoed huisvest organisaties die van belang zijn voor een prettige woonomgeving, sociale cohesie en maatschappelijk welzijn. Het zijn musea, wijkcentra, monumenten, sportgebouwen en -velden, atelierruimtes, terreinen voor volks- en speeltuinen en scoutingverenigingen en enkele tijdelijke onderwijsgebouwen. Ook hebben we zeven multifunctionele accommodaties (MFA's), waarin meerdere functies met elkaar in één gebouw gehuisvest zijn. Dit betreffen relatief grote en moderne gebouwen in onze portefeuille. Ter illustratie: deze zeven gebouwen beslaan meer dan een kwart van het aantal vierkante meters in onze portefeuille. Voorbeelden zijn het Eemhuis, het Icoon en de Zonneparel.
Onderdeel van de portefeuille zijn ook ongeveer 25 monumentale objecten, onder andere de Koppelpoort, de Onze Lieve Vrouwe-toren en het Belgenmonument. Het zijn met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Deze objecten zijn niet of slechts gedeeltelijk te verhuren en hebben hoge onderhoudskosten, omdat het onderhoud zeer specialistisch van aard is. Ten behoeve van deze onderhoudskosten wordt een onderhoudsvoorziening ingesteld met een jaarlijkse dotatie.
Over zeven tot twaalf jaar wordt een grootscheepse restauratie van de Onze Lieve Vrouwe-toren verwacht. Dergelijke grote investeringen worden niet binnen de onderhoudskosten begroot. In 2020 is het krediet van € 1 miljoen dat beschikbaar was voor onderhoud aan de torenspits doorgezet naar 2028. Het is nog niet exact bekend wat het benodigde budget zal zijn, maar het ligt naar verwachting boven de € 10 miljoen. Het doorschuiven van het budget is een eerste stap in het tijdig reserveren voor dit grote onderhoudsproject. Wij zullen op termijn terugkomen op de te verwachten restauratie van de toren, welke een zeer forse investering met zich mee zal brengen.
Om een beter beeld te krijgen van de toekomstige te verwachten vervangingsinvesteringen in de vastgoedportefeuille wordt gewerkt aan een meerjareninvesteringsplanning. Het is het streven om dit in 2023 weer een stap verder uit te werken, met de verwachte bijbehorende financiële opgave voor de komende jaren.
Een groot deel van het maatschappelijk vastgoed komt in aanmerking voor verduurzaming. Hiervoor is een Routekaart met een uitvoeringsplan opgesteld die op 10 november 2020 met de Raad is gedeeld. In 2021 en 2022 zijn de eerste gebouwen verduurzaamd met het verkregen budget. De komende jaren wordt dit doorgezet. Hierover is meer opgenomen in hoofdstuk 1.2, Ruimtelijke ontwikkeling.
De strategische portefeuille bestaat uit (tijdelijk) vastgoed, dat verworven is voor de uitbreiding en kwalitatieve verbetering van de stad, zoals voor woningbouw en voor bedrijfsmatige en infrastructurele projecten. Ook het te verkopen vastgoed maakt onderdeel uit van de strategische portefeuille.
Het beheer en de exploitatie van ons vastgoed hebben wij voor een groot deel uitbesteed aan SRO Amersfoort BV. Hiertoe hebben wij met SRO een Raamovereenkomst onroerende zaken gesloten, waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen. De vigerende overeenkomst loopt tot 2023. Ook de dienstverleningsovereenkomst van Sport loopt tot 2023. In nauw overleg met SRO worden de afspraken herijkt en de verlenging van de samenwerking wordt hiermee voorbereid.
In de Raamovereenkomst zijn onze afspraken met SRO vastgelegd. Ook hebben wij met KPI’s vastgelegd welke informatie over ons vastgoed SRO rapporteert op de thema's veiligheid, duurzaamheid en klanttevredenheid. SRO zet stappen om de noodzakelijke informatie te kunnen delen en de klanttevredenheid van hun huurders te vergroten. De komende jaren werken wij met SRO aan de verbetering van de prestaties van ons vastgoed.
Voor de sportgebouwen en ook de meeste van de welzijns- en culturele gebouwen bouwt SRO de voorziening op en voert zij vanuit deze voorziening het meerjarig, planmatig onderhoud uit. Voor de MFA's en Flint geldt dat de gemeente de onderhoudsvoorziening opbouwt. De basis voor deze voorziening zijn meerjarige onderhoudsplannen die elke drie jaar geactualiseerd worden.
Beleidskader – Gebouwen voor gemeentelijke organisatie
In het najaar van 2019 heeft de raad besloten tot de realisatie van de nieuwe huisvesting voor de
gemeentelijke organisatie. In het nieuwe kantoorconcept staat ontmoeten en samenwerken
centraal. Door de toepassing van dit concept kunnen we onze huisvesting efficiënter maken en van
5 verschillende locaties naar 1 locatie gaan.
In afwachting van de start van de werkzaamheden voor de gemeentelijke huisvesting wordt in de
huidige gebouwen alleen het instandhoudingsonderhoud uitgevoerd. Doordat realisatie van de
nieuwe huisvesting nog enige tijd zal duren en om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen m.b.t.
brandveiligheid en ARBO zullen daarnaast ook extra werkzaamheden noodzakelijk zijn. Het rendement van deze voorzieningen zal uiteraard slechts tijdelijk kunnen zijn, gedeeltelijke desinvestering zal onontkoombaar zijn.
Gezien de planvorming voor het Stadhuis in 2015 sloot de voorziening onderhoud stadhuiscomplex
niet meer aan bij het meerjarenonderhoudsplan en is op basis van verslaggevingsregels de
voorziening geheel vrijgevallen en gestort in de bestemmingsreserve onderhoud gebouwen
stadhuisplein. De reserve wordt sindsdien gevoed met de jaarlijkse dotatie voor onderhoud
gebouwen stadhuisplein. De onttrekking zal op basis van de werkelijke uitgaven plaatsvinden. Dat
betreft, naast het meerjarenonderhoud voor Stadhuisplein 5 en 7, het instandhoudingsonderhoud voor de na de verhuizing te verlaten huidige gebouwen Stadhuisplein 1 en 3, Molenstraat 2. Voor de overige locaties Stadhuisplein 5 en 7 worden in de periode 2023-2026 onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd volgens de opgestelde duurzame meerjarenonderhoudsplannen voor deze gebouwen.
Daarnaast passen we de te verlaten gebouwen waar nodig aan zodat we in de tussentijd prettig, goed in het huidige stadhuis kunnen blijven werken, rekening houdend met de ervaringen van het thuiswerken (coronaperiode) en de wens tot activiteit gericht en hybride werken. Het rendement van deze voorzieningen zal uiteraard slechts tijdelijk kunnen zijn, gedeeltelijke desinvestering zal onontkoombaar zijn.
Na het gereedkomen van de nieuwe huisvesting wordt een nieuw duurzaam meerjarenonderhoudsplan opgesteld, waarna de reserve wordt omgebouwd naar een reguliere onderhoudsvoorziening.
Onderwijshuisvesting
Gemeente en schoolbesturen hebben samen een zorgplicht t.a.v. de onderwijshuisvesting. Schoolbesturen zijn juridisch eigenaar van de schoolgebouwen, de gemeente heeft een economisch claimrecht. De gemeente is verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en vervangende nieuwbouw, schoolbesturen voor het totale onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Omdat Amersfoort verouderde schoolgebouwen heeft, hebben schoolbesturen en gemeente in 2015 een Integraal huisvestingsplan gemaakt om alle onderwijshuisvesting te vervangen en te verduurzamen.
De gemeenteraad heeft in 2019 de gemeentelijke zorgplicht gedoordecentraliseerd aan de coöperaties Samenfoort PO en Samenfoort VO, waarin de schoolbesturen vertegenwoordigd zijn. De multifunctionele accommodaties die scholen huisvesten zijn geen onderdeel van de afspraken met de coöperaties. De coöperaties maken investeringsplannen voor de onderwijshuisvesting. De gemeenteraad heeft begin 2020 de investeringsplannen voor primair en voortgezet onderwijs voor de periode 2019-2022 ontvangen. Deze worden nu uitgevoerd.
Er wordt in het primair onderwijs wijkgericht gewerkt aan nieuwbouw. In Schothorst is begonnen met het vervangen van zeven oude basisscholen door vier nieuwe scholen . Nieuwbouw van drie basisscholen in het Soesterkwartier wordt in 2023 verder voorbereid. Het voortgezet onderwijs vernieuwt de komende periode vijf gebouwen. Het gaat daar om drie VMBO-gebouwen: Het Element, Guido en Trivium VMBO, een nieuwe locatie voor het Axia College (VSO) en het vernieuwen van de VO-school Amersfoortse Berg.
De gemeenteraad ontvangt eind 2022 de investeringsplannen voor de periode 2023-2026 en ter evaluatie de voortgangsrapportage voor de periode 2019-2022 met de eerste herijking van de doordecentralisatie.
Afschrijvingsduur per categorie
Tabel: PK.03 Afschrijvingsduur per categorie
CATEGORIE | AFSCHRIJVINGSDUUR |
---|---|
Materiële vaste activa | |
Automatisering: | |
Netwerkbekabeling glas | 10 jaar |
Thin-cliënts | 6 jaar |
Server software en licenties | 3 á 5 jaar |
Werkplekken | 2 á 5 jaar |
Data center voorzieningen | 3 á 6 jaar |
Inventaris: | |
Meubilair | 10 jaar |
Overige voorzieningen | 5 á 15 jaar |
Vervoermiddelen: | |
Dienstauto's | 5 jaar |
Gebouwen: | |
Scholen | 40 jaar |
Sporthallen/ gymzalen | 40 jaar |
Zwembad - Theatervoorzieningen en overige gebouwen | 20-50 jaar |
Kleed- en wasaccomodotaties | 25 jaar |
Diverse noodlokalen | 15 jaar |
Terreinen: | |
Sportterreinen | 40 jaar |
Speelterreinen | 30 jaar |
Kunstgrasvelden | 10 jaar |
Infrastructuur: | |
Reconstructies en groot onderhoud wegen | 25 á 40 jaar |
Kademuren/ bruggen | 50 jaar |
Beschoeiingen | 40 jaar |
Houten bruggen | 25 jaar |
Verkeersregelinstallaties | 15 jaar |
Openbare verlichting masten | 48 jaar |
Openbare verlichting armaturen | 24 jaar |
Openbare verlichting kabels | 60 jaar |
Openbare verlichting schakelkasten | 30 jaar |
Activa economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. | |
Rioleringsinvesteringen | 40 jaar |