Home

Financiën

Na het vaststellen van de begroting 2022-2025 heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan, die opgenomen zijn in de Kaderbrief 2023-2026. Uw Raad heeft deze Kaderbrief op 5 juli 2022 vastgesteld. Voor een compleet overzicht van die ontwikkelingen verwijzen wij u kortheidshalve naar die Kaderbrief 2023-2026 .
Op 5 juli 2022 heeft uw Raad ook het Coalitieakkoord Amersfoort 2022-2026 vastgesteld. De financiële gevolgen van dit coalitieakkoord zijn verwerkt in het financieel meerjarenperspectief 2023-2026. Voor een overzicht van deze financiële gevolgen verwijzen wij u naar het Coalitieakkoord Amersfoort 2022 .
In het Coalitieakkoord 2022-2026 is onderstaand financieel meerjarenperspectief gepresenteerd.

Tabel: FO.01 Financieel meerjarenperspectief 2023-2026 na vaststelling coalitieakkoord Amersfoort 2022-2026
(x € 1 mln.)

BEGROTING 2023

RAMING
2024

RAMING
2025

RAMING
2026

1

Begrotingssaldo vastgestelde begroting 2022-2025 incl. aangenomen amendementen en toevoeging jaarschijf 2026

-5,0

-8,8

-6,6

-7,2

2

Septembercirculaire 2021

6,9

6,9

7,8

8,3

3

Financiële gevolgen meicirculaire 2022

10,4

19,3

18,9

11,7

4

(Eigen) financiële ontwikkelingen na vastgestelde begroting 2022-2025

1,2

1,2

1,2

0,2

5

Autonome ontwikkelingen en (kapitaallasten) vervangingsinvesteringen 2023-2026

-0,5

-0,3

-0,2

-1,2

6

Coalitieakkoord Amersfoort 2022-2026

-20,8

-23,1

-24,8

-25,3

Waarvan incidenteel

-7,8

-8,3

-6,8

-3,8

Waarvan structureel

0,1

3,5

3,2

-9,6

De Kaderbrief 2023-2026 inclusief het Coalitieakkoord 2022-2026 is het uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2023-2026.

Na het vaststellen van de Kaderbrief 2023-2026 en het Coalitieakkoord 2022-2026 heeft zich een aantal financiële ontwikkelingen voorgedaan. In onderstaande tabel zijn deze ontwikkelingen weergegeven.

Tabel: FO.02 Ontwikkelingen na vaststelling kaderbrief 2023-2026 en coalitieakkoord Amersfoort 2022-2026
(x € 1 mln.)

BEGROTING 2023

RAMING
2024

RAMING
2025

RAMING
2026

1

Effect meicirculaire 2022

2,5

9,9

21,4

14,1

2

Areaal-effect

0,1

-0,4

-1,3

-3,7

3

Rente

-0,8

-

0,4

0,2

4

Prijsontwikkeling bijdrage doordecentralisatie onderwijs

-0,7

-0,7

-0,8

-0,8

5

Actualisatie OZB begroting

-0,6

-0,4

-0,2

0,5

6

Effect meerjarenbegroting 2023-2026 RWA

0,5

0,5

0,4

0,7

7

Toerekening extracomptabele kosten en overhead aan afvalstoffenheffing en rioolrechten

0,3

0,4

0,5

0,8

8

Kostendekkendheid leges 100%

0,5

0,5

0,6

0,5

9

Technische aanpassingen coalitieakkoord

1,4

-0,7

-1,0

-0,6

10

Ophogen stelpost loon- en prijsbijstelling met 1% (totaal 6%)

-3,6

-3,6

-3,7

-3,7

11

Vrijval dubbele dekking Deltaplan Wonen jaarschijf 2023

1,9

-

-

-

12

Organisatieontwikkelbudget

-6,0

-6,0

-6,0

-6,0

13

Verschuivingen tussen incidenteeel en structureel saldo

-

-

-

-

14

Aangenomen moties en amendementen bij vaststelling begroting 2023-2026

-0,5

-0,0

-0,0

-0,0

Onttrekking aan reserve corona tbv lasten aangenomen amendementen bij vaststelling begroting 2023-2026

0,5

-

-

-

15

Diverse kleine mutaties

-

-0,3

-0,1

-0,3

Totaal ontwikkelingen na vaststelling kaderbrief 2023-2026 en coalitieakkoord Amersfoort 2022-2026

-4,6

-0,9

10,2

1,7

1. In het Coalitieakkoord 2022-2026 hebben we een inschatting gemaakt van de gemeentefondsaccressen. De totale doorrekening van de meicirculaire 2022 was toen nog niet bekend. Deze doorrekening leidt tot aanvullende financiële ruimte.
2. Conform de vastgestelde werkwijze nemen de programmabudgetten toe en af met de groei van de stad. Ten opzichte van de raming van vorig jaar is er sprake van een beperkte groei van het aantal woningen en inwoners in de jaren 2024 en 2025 waardoor de programmabudgetten toenemen.
3. Door het aantrekken van een nieuwe langlopende geldlening van € 100 miljoen in januari van 2022  (welke vorig jaar nog niet voorzien was) hebben we een nadeel in de begroting van € 0,8 miljoen aan rentebetalingen in 2023.
4. In de overeenkomst met de schoolbesturen over de doordecentralisatie van de onderwijshuisvestingsmiddelen is afgesproken dat de indexering (definitief) wordt bepaald aan de hand van de (definitieve) accrespercentages van het gemeentefonds. Het Rijk heeft dit accres over 2021 in 2022 definitief vastgesteld op 3,71%. De voorlopige index voor 2023 is 6,7%. Dat is hoger dan verwacht. Dit betekent een structureel financieel nadeel voor onze begroting ter grootte van € 0,7 miljoen.
5. Bij de jaarrekening 2021 was een voordelig structureel effect geraamd van de OZB opbrengst. Deze extra opbrengst is zodoende ook meegenomen in de Kaderbrief 2023-2026. Een groot deel van deze extra opbrengst zat echter ook al in de meerjarenbegroting verwerkt, waardoor deze baat dubbel verwerkt was. Deze correctie kost structureel € 0,6 miljoen in 2023.
Daarnaast was in de begroting 2022 een incidentele OZB-verlaging opgenomen van € 575.000 ter compensatie van de precariobelasting op ondergrondse kabels en leidingen. Deze OZB-verlaging zou in 2023 teruggedraaid worden. Met het oog op de hoge inflatie en gestegen energielasten voor onze inwoners, heeft ons College er voor gekozen deze verhoging in 2023 niet door te voeren. Voor 2024 zullen we hier een nieuwe afweging in maken.
6. Het Regionaal Werkbedrijf Amersfoort (RWA), de gemeenschappelijke regeling die voor ons de Wet sociale werkvoorziening uitvoert, laat een voordeel in hun begroting zien, wat voor Amersfoort een positief financieel effect van € 0,5 miljoen betekent.
7. Doordat we de BTW op afval en riool terug kunnen vragen bij het BTW-compensatiefonds en ook overhead mogen toerekenen aan de tarieven voor afval en riool, levert dit een voordeel op van € 0,3 miljoen. Dit voordeel loopt de komende jaren licht op.
8. Voor leges en tarieven hanteren we het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid. Dat wil zeggen dat we alle lasten doorberekenen in de tarieven. Dit levert structureel € 0,5 miljoen op.
9. In het Coalitieakkoord staat een aantal posten opgenomen als investering, die echter op basis van BBV-wetgeving geen investering mogen zijn, of die conform onze financiële verordening een andere afschrijvingstermijn hebben. Wanneer we hiervoor corrigeren heeft dit beperkte effecten op onze begroting.
10. Vanwege de verdere oploop van de inflatie en de verwachting dat de cao-loonstijging ook hoger gaat uitvallen dan eerder verwacht, heeft ons College besloten om de loon/prijsbijstelling met 1%-punt op te hogen naar totaal 6%. Deze extra procent kost ongeveer € 3,6 miljoen structureel. Hierdoor is er meer financiële ruimte om bijvoorbeeld de stijging van energielasten en bouwkosten van onder andere het nieuwe stadhuis op te vangen. De 3,5% indexering uit de Kaderbrief 2023-2026 is verdeeld over de programma's. Voor de verdeling van de stelpost voor aanvullende loon- en prijsbijstelling van 2,5% ontvangt u op een later moment een raadsvoorstel.
11. In het Coalitieakkoord 2022-2026 was in het jaar 2023 dubbele dekking opgenomen voor wonen. Er was namelijk al € 1,9 miljoen beschikbaar in de begroting. Deze dubbeling is nu gecorrigeerd en levert een incidenteel voordeel op van € 1,9 miljoen in 2023. Er blijft hiermee structureel € 2,5 miljoen beschikbaar voor wonen vanaf 2023.
12. Gezien de knelpunten in de organisatie en beperkte capaciteit om het Coalitieakkoord 2022-2026 uit te kunnen voeren, naast alle andere zaken uit de begroting (het bestaande beleid) die doorgang moeten vinden, is besloten om een bedrag van € 6 miljoen structureel beschikbaar te stellen voor de organisatie. Dit bedrag zal op een later moment verdeeld worden over de programma's.
13. Er heeft een aantal (budgettair neutrale) verschuivingen plaats gevonden tussen incidentele en structurele posten. Deze mutatie beïnvloedt alleen het structurele saldo van de begroting.  
14. Bij het vaststellen van de begroting 2023-2026 is door uw Raad een aantal moties en amendementen aangenomen. Hierdoor is het totaal aan (incidentele) lasten in de begroting 2023-2026 toegenomen met € 531.500 in 2023 en € 31.500 vanaf 2024. Conform het aangenomen amendement 170A Amersfoortse bakkers blijven bakken, wordt in 2023 € 500.000 gedekt door een onttrekking aan de reserve corona. De extra structurele lasten van € 31.500 komen conform het aangenomen amendement 141A Bonzend Hart en de aangenomen motie 142M Veteranendag ten laste van het structurele begrotingssaldo 2023-2026.
15. Tot slot is er een aantal kleine financiële mutaties die beperkte impact hebben.

Bovenstaande ontwikkelingen leiden tot een nieuwe stand van de begroting 2023-2026. Deze nieuwe stand is in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel: FO.03 Begrotingssaldo 2023-2026
(x € 1 mln.)

BEGROTING 2023

RAMING
2024

RAMING
2025

RAMING
2026

1

Financieel meerjarenperspectief 2023-2026 inclusief coalitieakkoord

-7,8

-4,8

-3,6

-13,4

2

Financiële ontwikkelingen na vaststelling kaderbrief 2023-2026 en coalitieakkoord Amersfoort 2022-2026

-4,6

-0,9

10,2

1,7

Waarvan incidenteel

-12,6

-11,7

-5,9

-4,9

Waarvan structureel

0,2

6,0

12,5

-6,8

Weerstandsratio

1,7

1,7

1,9

1,7

Uit bovenstaande tabel blijkt dat er per saldo een structureel batig begrotingssaldo van € 0,2 miljoen in 2023 resteert.
Onze begroting is in de eerste drie jaren structureel sluitend en in de jaren 2024 en 2025 voldoet de begroting daarmee aan de normen van de financiële ijkpunten. Zoals al eerder aangegeven, is 2026 een jaar met financiële tekorten, die voornamelijk veroorzaakt worden door het huidige kabinet. Onze weerstandsratio voldoet in alle jaren aan de gestelde norm.  

Deze pagina is gebouwd op 01/31/2023 07:53:55 met de export van 01/30/2023 15:25:09