Portefeuillehouder
Willem-Jan Stegeman
Inleiding
De gemeente wil inzicht hebben en houden in de risico’s, waardoor we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven er naar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid en de te bereiken doelen. Dit doet Amersfoort door maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van risico’s, het risicobewustzijn van medewerkers te stimuleren en risico’s bewust onderdeel uit te laten maken van bestuurlijke besluitvorming. Tot dusver concentreerden we ons in deze paragraaf voornamelijk op zogenaamde financiële risico’s. Risico’s kunnen ook een niet financiële impact hebben: immers alles wat impact heeft op een doelstelling is een risico. Vanaf deze begroting wordt in deze paragraaf daarom ook aandacht besteed aan meer algemene organisatierisico’s. We hebben vijf belangrijke van deze risico’s opgenomen.
Deze paragraaf bestaat uit de weergave van de belangrijkste risico’s van de gemeente. De op geld waardeerbare risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) worden vervolgens in relatie gebracht met de beschikbare weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is ('voldoende vet op de botten heeft') om de financiële gevolgen van deze risico's op te vangen.
Beleidskader/algemene uitgangspunten
Ter voorbereiding op de begroting is een actualisatie van de risico-inventarisatie uitgevoerd. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Regelmatig moeten we stilstaan bij onze doelstellingen van beleid, programma of project. En nadenken welke risico's het bereiken van deze doelstellingen in de weg staan. Pas als we onze risico's kennen, kunnen we ook gepaste maatregelen treffen. Hierdoor zijn we als organisatie beter in staat onze doelstellingen te realiseren.
Risicoprofiel
Op basis van de in 2022 uitgevoerde risico-inventarisatie hebben wij voor de begroting 2023 ons risicoprofiel bepaald.
De risico’s bestaan enerzijds uit risico’s die, op het moment dat deze zich voordoen, de gemeente geld gaan kosten (financieel risicoprofiel). Bijvoorbeeld bij het realiseren van een grondexploitatie betekent dit dat de doelstelling – realiseren van bepaalde gebiedsontwikkeling wel gerealiseerd kan worden maar tegen hogere kosten.
Anderzijds onderscheiden we risico’s die uiteindelijk mogelijk ook geld kosten, maar waar het accent veel meer ligt op realiseren van beleidsinhoudelijke doelen, kwaliteit van dienstverlening en continuïteit van de bedrijfsvoering e.d. (organisatie risicoprofiel). Zoals hiervoor genoemd, zijn in deze begroting voor het eerst ook deze niet-financiële risico’s opgenomen. Deze risico's zijn via risicosessies binnen de organisatie geïnventariseerd. Het overzicht en inzicht in deze risico’s is nog te verdiepen. Voor de komende jaren willen we de organisatierisico’s verder doorontwikkelen met andere dan financiële risico's gericht op de realisatie van de beleidsinhoudelijke doelen, vanuit de breedte van de begrotingsprogramma's.
Hieronder zijn de belangrijkste risico’s nader uitgewerkt. Per risico zijn ook de belangrijkste beheersmaatregelen genoemd: wat te doen om de risico’s te voorkomen dan wel te beperken?
Waar van toepassing is het financieel effect opgenomen: voor de risico’s met een direct kwantificeerbaar effect is het bedrag voor de benodigde weerstandscapaciteit bepaald (bedragen x € mln.).
Tabel: PW.01 Top 25 belangrijkste risico's
(x € mln.)
RISICO | BEHEERSMAATREGEL | FINANCIEEL EFFECT* |
---|---|---|
1.1 Stedelijk beheer en milieu | ||
Voor de openbare ruimte werken we met meerjarige contracten. Bij het afsluiten van nieuwe contracten via aanbestedingen kunnen we worden geconfronteerd met prijsverhogingen. Dit als gevolg van veranderende marktomstandigheden en nieuwe/aanvullende gemeentelijke eisen aan beheer/onderhoud. | Prijsverhogingen kunnen -deels- worden doorberekend in tarieven. Dit geldt voor tarieven op het gebied van afval en riolering. | 1,2 |
Door beleidsontwikkeling van nieuwe en bestaande stoffen bestaat de kans dat maatregelen kunnen leiden tot hoge kosten, stagnatie van projecten en schadeclaims. Voorbeelden: Stikstof, PFAS, Lood, rubbergranulaat, niet gesprongen explosieven. | Door het maken van afspraken met het Rijk, het nemen van preventieve maatregelen worden risico's zoveel mogelijk beperkt. Die zijn niet voor alle stoffen hetzelfde. | 0,7 |
Herstelkosten als gevolg van extreme weersomstandigheden (droogteschade, storm- en vorstschade, en wateroverlast) | Met onze regelmatige veiligheidscontroles en beheermaatregelen beperken we het risico van stormschade zoveel mogelijk. Bij herinrichting van de openbare ruimte houden we rekening met de actuele inzichten op dit gebied om de risico's van overtollig water en droogte op lange termijn zo efficiënt mogelijk te beheersen. Droogteschade wordt beperkt door maatregelen om water vast te houden en rekening te houden met de beplantingskeuze. | 0,5 |
1.2 Ruimtelijke Ontwikkeling | ||
Grondexploitatie Kop van Isselt - ROVA | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 5,8 |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied (Divers) | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 3,9 |
Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 3,2 |
Grondexploitatie Wieken - Noord | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 2,3 |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied - Eemkwartier/Puntenburg | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 1,4 |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied - Middelhoefseweg | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,8 |
Project De Hoef: Kostenverhaal niet geheel dekkend door terugval in de woningmarkt, hierdoor beperkt de macro-aftopping het kostenverhaal of komen vlekken niet tot ontwikkeling. | Investeren zoveel mogelijk relateren aan gecontracteerde inkomsten. | 0,7 |
Maatschappelijk Vastgoed: onvoldoende middelen voor meerjarig planmatig- en spoedeisend onderhoud waarvan het juridisch en economisch eigendom bij de gemeente ligt. Hierdoor gaat de kwaliteit van de gebouwen achteruit en kunnen ongewenste situaties ontstaan. | SRO actualiseert alle MJOP's iedere 3 jaar. Hierdoor blijven de MJOP's actueel bij de conditie van het vastgoed en kostenniveau benodigd voor aanbesteding van het onderhoud. De situatie is op dit moment wel heel lastig te voorspellen door de naweeen van corona, de oorlog in Oekraïne en de al aanwezige schaarste in personeel en materiaal. Het kostenniveau monitoren we jaarlijks. | 0,6 |
CORONA. Huurders hebben gedeeltelijke kwijtschelding ontvangen voor hun huurbetaling in Q2 en Q3 2020. Voor Q4 2020 en Q1 en Q2 2021 hebben huurders wederom uitstel kunnen aanvragen en zij hebben deze ontvangen. Op 22 juni 2021 heeft de Raad besloten dat niet-maatschappelijke huurders huurkorting kunnen aanvragen over de periode dat ze gesloten waren en/of een sterke omzetdaling hadden a.g.v. de landelijke coronamaatregelen. De resterende huurschuld van huurders bij de gemeente dient in twee tot vier jaar voldaan te worden. Hier rust een risico op. | Er is in 2020 een betalingsregeling voor q2 en 3 uitgewerkt en over besloten met mogelijkheid tot terugbetalen in 2021 en 2022. Met de meeste huurders zijn nu ook afspraken gemaakt over de huurschuld van de tweede (q4 '20 en q1, q2 '21) en derde lockdown (q1 '22). Ook heeft een deel van de huurders naar hun mogelijkheden al een groot deel van de huurschuld versneld afgelost. Met drie huurders is er nog geen afspraak gemaakt en wordt daar de komende maanden op in gezet. We blijven goed in gesprek met onze huurders. | 0,5 |
De fiscus gaat niet akkoord met ons standpunt dat de gemeente voor wat betreft de grondexploitaties niet belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting (vpb). | - | 0,4 |
1.4 Mobiliteit | ||
Project Westelijke Ontsluiting: | In gesprek gaan met betrokken partijen zoals Provincie en nutsbedrijven met betrekking tot de gevolgen van de gewijzigde voornemens. | 7,1 |
Project Fietsparkeren Station Amersfoort: Aanbestedingsrisico, aanbestedingsmarkt en corona maatregelen zijn grillig en onvoorspelbaar, dit kan leiden tot meerkosten. | De gemeente Amersfoort, ProRail en provincie Utrecht hebben in 2015 het bestuursakkoord Aktieplan Fiets gesloten. Deze voorziet in de uitbreiding van de fietskelder onder het station Amersfoort Centraal en het bijbehorende Stationsplein. Op basis van de actuele kostenbegroting blijkt dat met het huidige budget de basisvoorziening van de fietskelder inclusief doorgang naar het Smallepad kan worden gerealiseerd. Prorail kan in 2022 gaan starten met de aanbesteding. Als er hoger wordt ingeschreven dan de beschikbare budgetten kan er niet worden gegund en moet er gekeken worden of aanvullend budget mogelijk is of versoberingen kunnen worden toegepast. | 0,5 |
2.1 Sociaal Domein | ||
Hogere zorglasten dan begroot door het onvoldoende kunnen behalen van de resultaten van het Project Maatregelen Betaalbaarheid Ondersteuning en Zorg | Het voortdurend monitoren en waar nodig inhoudelijk en financieel bijstellen van de onderliggende businesscases teneinde de gewenste resultaten alsnog te behalen. | 1,8 |
Stijgende lasten ondersteuning en zorg door (bovenmatige) autonome groei binnen de Wmo die niet tijdig wordt gesignaleerd. | Het bouwen van dashboards en monitoring samen met accountmanagement en datawarehouse om de trends en ontwikkelingen in de zorguitgaven te volgen. Met de drie zorgadministraties is er meer overleggen om signalen van declaratiegedrag en andere administratieve problemen te verzamelen. Een beheersmaatregel voor het berichtenverkeer is het versturen van lijstwerk vanuit de zorgadministratie naar de zorgaanbieder via de financieel adviseur om zo de start/stop berichten en de administratieve afspraken na te leven. | 0,8 |
Stijgende lasten ondersteuning en zorg door aanzuigende werking nabijheid verwijzers | Vanuit gemeente goed contact onderhouden met de partners (wijkteams en SBI) om tijdig knelpunten te signaleren waardoor het mogelijk is op onderdelen bij te sturen. | 0,4 |
3.3 Sport | ||
Tegenvallende kosten voor personeel, onderhoud en met name energie bij SRO. De laatste kosten zijn sterk gestegen door verplichte hercontractering vanaf oktober 2022 (het oude contract van SRO liep bij GazProm). Dit is nodig in verband met de economische sancties tegen Rusland. | Voor dit risico zijn we afhankelijk van externe factoren die van invloed zijn op een stijging of daling van marktprijzen (van met name de energieprijs). | 0,6 |
De Europese Commissie gaat waarschijnlijk binnenkort komen met een verbod op synthetische infill, waaronder rubber-korrels. Dit komt er waarschijnlijk op neer dat er een overgangsregeling komt voor de vervanging van kunstgrasvelden door een ander type veld, zonder synthetische infill.Het is nu nog niet duidelijk hoe de regelgeving eruit komt te zien. Ook het standpunt van de RIVM kan daar nog invloed op hebben. Dit kan mogelijk leiden tot het vervroegd vervangen van toplaag en/of infill. | Ontwikkelingen worden gemonitord. Als het risico zich materialiseert (via VNG) inzetten op compensatie door het Rijk en bezien of fasering van vervanging mogelijk is. | 0,5 |
Organisatiebreed | ||
Het risico dat de gemeente onvoldoende goede mensen kan binden en werven vanwege de krappe arbeidsmarkt. | Binden | N.v.t. |
Risico dat onvoldoende wordt geanticipeerd op impactvolle externe ontwikkelingen, waaronder pandemieën en crises, en hierdoor minder gemeentelijke doelen worden gerealiseerd. | -Blijven werken aan bewustwording op externe omgeving om op tijd in te kunnen spelen op snel veranderende omstandigheden. | N.v.t. |
Automatisering | -Blijven investeren in cultuur van bewustwording automatiserings-risico’s. | N.v.t. |
Door ontbreken van scherpe doelstellingen bestaat het risico dat niet kan worden vastgesteld of maatschappelijk effect bereikt is/wordt. | -Transparantie in de mogelijkheden die de gemeente heeft om maatschappelijke effecten- en doelen te bereiken. | N.v.t. |
De bereidheid om risico’s te nemen (accepteren) is niet volwassen en te impliciet. Dit leidt tot besluiteloosheid en suboptimale resultaten. | -Blijven bevorderen van een open cultuur waarbij vanuit vertrouwen en professionaliteit ‘alles op tafel komt’. | N.v.t. |
Benodigde weerstandscapaciteit
Ons financiële risicoprofiel bepaalt onze benodigde weerstandscapaciteit. Dit is het bedrag dat nodig is om de financiële gevolgen van de risico’s op te vangen. Aangezien niet alle financiële risico’s tegelijkertijd en in maximale opvang optreden, maken we gebruik van een simulatie-methode om de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen te bepalen.
Deze benodigde weerstandscapaciteit bedraagt, bij een zekerheidspercentage van 90%, € 43,6 miljoen. Dit betekent dat we met 90% zekerheid kunnen zeggen dat het totale risicobedrag tussen de € 0 en € 43,6 miljoen uitkomt. Dit bedrag hebben we nodig als tijdelijke overbrugging om onze risico’s financieel op te vangen. Wel dienen we, als de risico's zich voordoen, incidentele of structurele maatregelen te treffen om de gevolgen van de risico's op te vangen.
Onderstaande tabel laat zien hoe de benodigde weerstandscapaciteit vanuit de verschillende programma’s is opgebouwd.
Tabel: PW.02 Benodigde weerstandscapaciteit
(x € mln.)
PROGRAMMA | BEGROTING 2023 (STAND 30-06-2022) | JAARREKENING 2021 (STAND 31-12-2021) | STIJGING/ DALNING T.O.V. JAARREKENING 2021 |
---|---|---|---|
1. De duurzame en groeiende stad | |||
1.1 Stedelijk beheer en milieu | 4,9 | 3,7 | ↑ |
1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 21,5 | 20,8 | ↑ |
1.3 Wonen | 0,0 | 0,1 | ↓ |
1.4 Mobiliteit | 8,2 | 2,9 | ↑ |
2. De inclusieve en veilige stad | |||
2.1 Sociaal Domein | 3,3 | 5,7 | ↓ |
2.2 Veiligheid en handhaving | 0,2 | 0,4 | ↓ |
3. De lerende, werkende en dynamische stad | |||
3.1 Economie | 0,0 | 0,1 | ↓ |
3.2 Onderwijs en jeugd | 0,4 | 0,4 | = |
3.3 Sport | 1,3 | 1,2 | ↑ |
3.4 Cultuur | 0,3 | 0,1 | ↑ |
4. Bestuur en dienstverlening | |||
4.1 Bestuur en dienstverlening | 1,1 | 1,3 | ↓ |
5. Financiën en belastingen | |||
5.1 Financiën en belastingen | 0,8 | 1,2 | ↓ |
6. Bedrijfsvoering | |||
6.1 Bedrijfsvoering | 1,6 | 1,2 | ↑ |
TOTAAL | 43,6 | 39,1 |
Tabel: PW.03 Risico’s met grootste mutatie weerstandscapaciteit
(x € mln.)
OMSCHRIJVING | PROGRAMMA | BEGROTING 2023 | JAARREKENING 2021 | MUTATIE |
---|---|---|---|---|
Project Westelijke Ontsluiting: | 1.4 Mobiliteit | 7,1 | 1,9 | 5,2 |
Voor de openbare ruimte werken we met meerjarige contracten. Bij het afsluiten van nieuwe contracten via aanbestedingen kunnen we worden geconfronteerd met prijsverhogingen. Dit als gevolg van veranderende marktomstandigheden en nieuwe/aanvullende gemeentelijke eisen aan beheer/onderhoud. | 1.1 Stedelijk beheer en milieu | 1,2 | 0 | 1,2 |
Stijgende zorglasten in de Wmo door aanzuigende werking abonnementstarief Wmo | 2.1 Sociaal Domein | 0 | 1 | -1 |
De afgelopen jaren hebben diverse ontwikkelingen geleid tot meer aanvragen voor het financieel vangnet. Als gevolg van het raadsbesluit Doorontwikkeling Minimabeleid van 7 november 2017 zijn de minimaregelingen verruimd en is de doelgroep toegenomen. Daarnaast is ingezet op het vergroten van het bereik van de minimaregelingen. Ook hebben we de afgelopen jaren de bewindsvoeringskosten en inrichtingskosten zien toenemen. Op het ogenblik zien we dat de deze ontwikkeling zich doorzet en dat dit leidt tot overschrijding van de beschikbare budgetten. | 2.1 Sociaal Domein | 0 | 0,7 | -0,7 |
Tegenvallende kosten voor personeel, onderhoud en met name energie bij SRO. De laatste kosten zijn sterk gestegen door verplichte hercontractering vanaf oktober 2022 (het oude contract van SRO liep bij GazProm). Dit is nodig in verband met de economische sancties tegen Rusland. | 3.3 Sport | 0,6 | 0 | 0,6 |
Tegenvallende exploitatie Amerena ten opzichte van de (opnieuw) goedgekeurde en gevalideerde exploitatiebegroting. Dit met name in verband met de energiekosten, die nog niet vast in de exploitatiebijdrage zijn verwerkt maar worden afgerekend op basis van werkelijke kosten. | 3.3 Sport | 0,1 | 0,6 | -0,5 |
Hogere zorglasten dan begroot door het onvoldoende kunnen behalen van de resultaten van het Project Maatregelen Betaalbaarheid Ondersteuning en Zorg | 2.1 Sociaal Domein | 1,8 | 2,3 | -0,5 |
Ten opzichte van de vorige inventarisatie (jaarrekening 2021) is de benodigde weerstandscapaciteit toegenomen met € 4,5 miljoen.
Dit houdt voornamelijk verband met het project Westelijke ontsluiting, van € 1,9 miljoen in jaarrekening naar € 7,1 in begroting. Daarnaast is binnen het programma 2.1 Sociaal Domein het risicoprofiel afgenomen met € 2,4 miljoen. Dit houdt voor € 2,2 miljoen verband met extra vrijgemaakte middelen in het Coalitieakkoord 2022-2026 voor: minima-beleid; zorg vanuit de Wmo ; onvoldoende resultaten van het Project Maatregelen Betaalbaarheid Ondersteuning en Zorg.
In de begroting 2023 zijn ook de risico’s met betrekking tot corona opgenomen. Dit betreft een beperkt financieel risico voor de gemeente (€ 0,9 miljoen). In de afgelopen periode is gebleken dat de Rijksoverheid afdoende middelen beschikbaar heeft gesteld om de diverse gemeentelijke coronamaatregelen te kunnen uitvoeren. Huurders (niet-maatschappelijke) van de gemeente hebben uitstel tot het betalen van de huur, echter rust hier het risico op dat deze huurders alsnog de huur niet kunnen voldoen. Tevens zijn enkele risico's gebaseerd op langere termijn effecten van corona, zoals langdurig ziekteverzuim.
Verloop benodigde weerstandscapaciteit (Meerjarenperspectief)
De benodigde weerstandscapaciteit zal in de komende jaren naar verwachting afnemen van € 43,6 miljoen in 2022 naar € 40 miljoen in 2026.
In de opbouw van de benodigde weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de grondexploitaties en anderzijds de overige (programma) risico's.
Tabel: PW.04 Verloop benodigde weerstandscapaciteit
(x € mln.)
JAARREKENING 2021 | BEGROTING 2023 | BEGROTING 2024 | BEGROTING 2025 | BEGROTING 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal programma-risico's (excl. grondexploitaties) | 21,3 | 25,8 | 26,1 | 25,4 | 25,9 |
Totaal risico's grondexploitaties | 17,8 | 17,8 | 16,6 | 15 | 14,1 |
TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDCAPACITEIT | 39,1 | 43,6 | 42,7 | 40,4 | 40 |
De daling in het meerjarenperspectief wordt grotendeels veroorzaakt door de afname in de benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties. De basis voor het meerjarenperspectief van de grondexploitaties is het eind 2021 geactualiseerde meerjarenprogramma grondexploitaties (MPG ). Het MPG laat voor de bestaande grondexploitaties op termijn een daling zien van het benodigde weerstandsvermogen (van € 17,8 miljoen in 2022 naar € 14,1 miljoen in 2026). Voor het merendeel van de grondexploitaties geldt dat in de loop der jaren het risicoprofiel daalt en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit.
In dit geactualiseerde meerjarenprogramma worden nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meegenomen. Toch kunnen deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld Bovenduist een substantieel risico-profiel met zich meebrengen, afhankelijk van de gekozen ontwikkelstrategie. Omdat deze strategie nog niet vastligt en ook andere ruimtelijke en financiële kaders niet zijn vastgesteld, zijn deze toekomstige financiële risico's buiten beschouwing gelaten.
De mogelijke effecten van het coronarisico zijn bij deze herziening per project verwerkt (onder andere middels de vastgestelde parameters). Een nadere toelichting op de risico's van de grondexploitaties staat opgenomen in het MPG .
Voor de overige (programma) risico's blijft de benodigde weerstandscapaciteit in de begrotingsjaren 2023-2026 nagenoeg gelijk.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de saldireserve. Deze reserve kunnen we inzetten om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen. Voorheen telde ook de vrije ruimte binnen de reserve sociaal domein mee. De reserve sociaal domein is echter opgeheven en telt derhalve ook niet meer mee voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Wel is het zo dat de saldireserve ook beschikbaar is voor cofinancieringsregelingen die niet uit de reguliere begroting gedekt kunnen worden. We verwachten dat de komende jaren een bedrag van ongeveer € 10 miljoen hiervoor nodig zou kunnen zijn. Dit betekent dus dat, wanneer er sprake is van een cofinancieringsregeling, er geld uit de saldireserve gehaald zou kunnen worden en dat de beschikbare weerstandscapaciteit dan lager is dan nu verondersteld. We houden daar in de onderstaande cijfers nu geen rekening mee.
Tabel: PW.05 Beschikbare weerstandscapaciteit
(x € mln.)
JAARREKENING 2021 | BEGROTING 2023 | |
---|---|---|
Stand saldireserve | 45,4 | 73,2 |
Reserve sociaal domein | 0,3 | 0,0 |
TOTAAL BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT | 45,7 | 73,2 |
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan bij de jaarrekening. Dit komt omdat bij de bestemming van het rekeningresultaat 2022 € 36 miljoen is toegevoegd aan de saldireserve.
Weerstandsvermogen
Als indicator gebruiken we de weerstandsratio. De weerstandsratio is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Met andere woorden: het bedrag dat we aan reserves beschikbaar hebben om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen, gedeeld door het bedrag dat we op basis van ons risicoprofiel nodig hebben. Deze ratio moet eigenlijk conform de door uw Raad vastgestelde ijkpunten tussen de 1,2 en 1,5 liggen. Mede als gevolg van de toevoeging van de € 36 miljoen bij de bestemming van het rekeningresultaat 2021 komt de weerstandsratio boven de 1,5 uit. Onderstaande tabel geeft de vergelijking van de weerstandsratio eind 2021 met de begrotingen 2023 tot en met 2026.
Tabel: PW.06 Verloop van het weerstandsvermogen
(x € mln.)
JAARREKENING 2021 | BEGROTING 2023 | BEGROTING 2024 | BEGROTING 2025 | BEGROTING 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 45,7 | 73,2 | 72,5 | 78,7 | 66,8 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 39,1 | 43,6 | 42,7 | 40,4 | 40 |
WEERSTANDSVERMOGEN (RATIO) | 1,2 | 1,7 | 1,7 | 1,9 | 1,7 |
Het beeld van de weerstandsratio is de komende jaren positief. We voldoen elk jaar aan de normen die uw Raad heeft vastgesteld.