Portefeuillehouder
Willem-Jan Stegeman
Inleiding
Belastingheffing is geregeld in de Grondwet en is alleen toegestaan op basis van een wet, die door de regering en de Staten Generaal is vastgesteld. Ten aanzien van de gemeentelijke belastingheffing is het de Gemeentewet waarin is bepaald welke belastingen geheven mogen worden. De raad besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting middels het vaststellen van een belastingverordening.
In het kader van de heffing van gemeentelijk belastingen heeft gemeente Amersfoort de volgende doelstellingen:
- lasten die reëel zijn bij het voorzieningenniveau van een stad als Amersfoort;
- het kostendekkend opleggen van rioolheffing, afvalstoffenheffing en rechten (retributies).
Het 'Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ (BBV) bevat het verslaggevingskader rondom begroting en verantwoording. De begroting dient verschillende paragrafen te bevatten, waaronder een paragraaf ‘lokale heffingen’. Ingevolge artikel 10 BBV bevat de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste:
• de geraamde inkomsten;
• het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
• een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
• een aanduiding van de lokale lastendruk;
• een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Beleidskaders/algemene uitgangspunten
De (woon)lasten zijn reëel en passen bij het voorzieningenniveau van Amersfoort. Bij de kwaliteit en het voorzieningenniveau van een stad als Amersfoort horen lokale lasten die beperkt blijven, maar wél reëel en op een gemiddeld niveau zijn. Voor de heffingen (afvalstoffenheffing en rioolheffing) en rechten (gemeentelijke dienstverlening tegen betaling, zoals leges) geldt het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid. De tariefaanpassingen zijn daarmee een resultante van de kostenontwikkelingen.
Ondanks de huidige hoge inflatie heeft de gemeente Amersfoort de verhoging van de belastingtarieven in de begroting en beleidsvoorstellen weten te beperkten tot een trendmatige verhoging van slechts 2%, conform besluitvorming van de kaderbrief 2023-2026. Voor de tarieven van de rechten blijft als uitgangspunt gelden dat deze maximaal 100% kostendekkend zijn.
Overzicht belastingen en heffingen
De belangrijkste belastingen, heffingen en rechten (retributies) die door onze gemeente worden geheven, zijn:
· onroerendezaakbelastingen (OZB);
· afvalstoffenheffing;
· rioolheffingen;
· precariobelasting;
· hondenbelasting;
· toeristenbelasting;
· parkeerbelasting;
· leges.
Daarnaast worden onder meer nog enkele rechten geheven, zoals marktgelden, haven- en liggelden en begraafplaatsrechten. Tenslotte wordt er in de binnenstad, Euterpeplein en Neptunusplein ook reclamebelasting geheven.
De opbrengst van de reclamebelasting komt ten goede aan de ondernemersfondsen in het betreffende gebied ten behoeve van de kwaliteitsversterking van het gebied. De gemeente genereert met de reclamebelasting dus geen eigen inkomsten.
Landelijke ontwikkelingen
Omgevingswet
Naar verwachting zullen op 1 januari 2023 de Omgevingswet (Ow) en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking treden. Inwerkingtreding van deze wetten brengt een grote verandering teweeg in de wijze waarop gemeenten werken, bijvoorbeeld op de organisatie, de samenwerking in de keten, de systemen en de (werk)processen. Er zijn op dit moment nog de nodige onzekerheden over daadwerkelijke kosten en opbrengsten die de inwerkingtreding voor het jaar 2023 met zich mee zal brengen. Met name heeft de wetswijziging invloed op de legesverordening en de tarieven. Voordat de belastingverordeningen 2023 worden vastgesteld kan echter geen volledige zekerheid worden verkregen of de aangekondigde wetswijzigingen ook daadwerkelijk doorgaan. Met deze situatie wordt bij opstellen van de legesverordening voor 2023 reeds rekening gehouden. Bij het aanbieden van de vast te stellen belastingverordeningen 2023 zullen wij de raad gelijktijdig een voorstel doen, waarmee de legesheffing over 2023 wordt veiliggesteld, ongeacht of de Ow en Wkb wel of niet in werking treden.
Verantwoordingsdocument en een vernieuwd taxatieverslag
Het huidige taxatieverslag dat wordt gebruikt om de WOZ-waarde te onderbouwen is de afgelopen 25 jaar (min of meer) gelijk gebleven. Ook moeten gemeenten als gevolg van uitspraken van de Hoge Raad (op de zaak betrekking hebbende stukken) al in de bezwaarfase verplicht aanvullende gegevens verstrekken aan de belanghebbende, of deze ter inzage leggen op het gemeentehuis, en zien we dat gemeenten in het kader van beroepsprocedures vaak een taxatiematrix met aanvullende gegevens opstellen waarmee ze willen aantonen dat de WOZ-waarde juist is. De Waarderingskamer wil de onderbouwing van de WOZ-taxaties verbeteren door samen met betrokken partijen te werken aan een verantwoordingsdocument en een vernieuwd taxatieverslag. De combinatie van deze twee documenten moet de volledige onderbouwing van de WOZ-waarde zijn. Daarbuiten zouden geen andere gegevens verstrekt hoeven te worden.
Het jaarlijks opstellen van een verantwoordingsdocument zal inspanning kosten, maar hopelijk kan dit worden "terugverdiend" in bezwaar- en beroepsprocedures doordat de waarden zowel door belanghebbenden als door de rechters beter zullen worden geaccepteerd.
Bouwstenen en voorstellen voor verbeteringen en vereenvoudigingen van het belastingstelsel
De Staatssecretaris van Financiën Fiscaliteit en Belastingdienst heeft in 2020 het pakket ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Er zijn 10 verschillende onderzoeken uitgevoerd over de volle breedte van het belastingstelsel. Ook de lokale (gemeentelijke) belastingen zijn onderzocht. Een en ander heeft geresulteerd in een groot aantal beleidsopties die successievelijk en al dan niet separaat door de regering en het parlement worden vertaald in wet- en regelgeving.
Lokale lastendruk
We geven via dit onderdeel inzicht in de lokale lastendruk. De woonlasten omvatten het totaal van de gemiddelde aanslag onroerendezaakbelasting eigenaar woningen (OZB), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor één en meerpersoonshuishoudens.
Het is mogelijk dat gegevens in dit overzicht niet overeenkomen met gegevens, zoals opgenomen in de begroting en belastingvoorstellen voor datzelfde jaar in een vorige editie van het overzicht. Dat komt doordat voor een aantal onderliggende gegevens (met name de gemiddelde woningwaarde) pas met enige vertraging gegevens beschikbaar zijn. Voor elke versie van dit overzicht wordt steeds de meest actuele cijfers gebruikt, die beschikbaar zijn.
De ontwikkelingen in de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing worden in het volgende overzicht weergegeven. Voor de berekening van de rioolheffing en OZB 2023 is uitgegaan van een gemiddelde woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 362.000 (prijspeil 1 januari 2021). In de begroting 2022 gingen we nog uit van een gemiddelde WOZ-waarde van € 326.000 (prijspeil 1 januari 2020).
De lokale lastendruk voor de inwoners neemt toe. Voor eenpersoonshuishoudens stijgt de gemiddelde lastendruk met € 48. Voor meerpersoonshuishoudens stijgt de gemiddelde lastendruk met € 56. Deze stijgingen worden met name veroorzaakt door de ontwikkelingen bij de afvalstoffenheffing. De tariefontwikkelingen worden verderop in de paragraaf verder toelicht.
Tabel: PL.01 Lastenontwikkeling inwoners
(bedragen x € 1,--)
Eenpersoonshuishoudens | Begroting 2022 | Begroting 2023 | groei % | groei € |
---|---|---|---|---|
OZB-gebruikersdeel | 0 | 0 | 0,0% | 0 |
Rioolheffing-gebruikersdeel | 60 | 63 | 5,0% | 3 |
Afvalstoffenheffing | 247 | 273 | 10,5% | 26 |
Lasten huurders | 307 | 336 | 9,4% | 29 |
OZB-eigenarendeel | 394 | 408 | 3,6% | 14 |
Rioolheffing-eigenarendeel | 74 | 79 | 6,8% | 5 |
Lasten eigenaren / bewoners | 775 | 823 | 6,2% | 48 |
Meerpersoonshuishoudens | Begroting 2022 | Begroting 2023 | groei % | groei € |
OZB-gebruikersdeel | 0 | 0 | 0,0% | 0 |
Rioolheffing-gebruikersdeel | 60 | 63 | 5,0% | 3 |
Afvalstoffenheffing | 343 | 377 | 9,9% | 34 |
Lasten huurders | 403 | 440 | 9,2% | 37 |
OZB-eigenarendeel | 394 | 408 | 3,6% | 14 |
Rioolheffing-eigenarendeel | 74 | 79 | 6,8% | 5 |
Lasten eigenaren / bewoners | 871 | 927 | 6,4% | 56 |
- De gemiddelde woningwaarde is in het afgelopen jaar gemiddeld gestegen van € 326.000 naar € 362.000, dat is 11%. Dat betekent niet dat de OZB aanslagen ook stijgen met 11%. Er vindt een correctie plaats door het tarief te verlagen. In totaal is er een stijging van 2% van de totale OZB-opbrengsten over de bestaande woningvoorraad. Daarnaast komt er 1,6% aan stijging van de OZB-opbrengsten bij door areaaluitbreiding. Dat zijn nieuwe woningen (die gemiddeld duurder zijn dan de bestaande woningen) en uitbreidingen zoals een serre of dakkapel
- Een ongewijzigde bestaande woning gaat gemiddeld 2% meer aan OZB betalen (zelfs al is de WOZ-waarde gestegen). Is een woning gewijzigd, zoals uitbreiding met een serre of dakkapel, dan moet ook OZB betaald worden over die uitbreiding.
- Een individuele woning wijkt altijd af van het gemiddelde, dus een inwoner zal iets meer of minder dan 2% verhoging moeten gaan betalen. Reden is dat de ene woning meer in waarde is gestegen dan de andere
- De opbrengst rioolheffing kent een maximum, namelijk de werkelijke kosten (100% kostendekkendheid)
- De totale WOZ-waarde is nog niet bekend bij het opstellen van de begroting, er is een inschatting gemaakt o.b.v. hetgeen bekend is.
- Het daadwerkelijke tarief kan daardoor afwijken van de inschatting bij de begroting. Dat heeft deze keer als consequentie dat het begrote tarief 2023 5% hoger is dan in de vorige begroting, maar dat het begrote tarief 2023 t.o.v. het uiteindelijke tarief 2022 7,6% hoger is
- Reden daarvoor is dat de WOZ-waardeontwikkeling in het afgelopen belastingjaar hoger is dan verwacht
- Bij de rioolheffing wordt het tarief wel aangepast vanwege het plafond van maximaal 100% kostendekkendheid, het OZB-tarief hoeft niet aangepast te worden. Een onvoorziene stijging leidt tot meer OZB-inkomsten. De stijging van vorig jaar is meegenomen in de berekening van dit jaar.
Vergelijking woonlasten
Voor de vergelijking van de woonlasten vergelijken we onszelf met andere gemeenten met dezelfde omvang als Amersfoort. Hierbij maken we gebruik van de gegevens van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Zij maken hierbij onderscheid tussen één en meerpersoonshuishoudens en tussen eigenaren van woningen en huurders. In de tabel is uitgegaan van een WOZ-waarde voor koopwoningen (eigenaren-bewoners) ad € 443.000,-- en voor huurwoningen van woningbouwcorporaties (huurders) ad € 227.000,--. Zowel COELO als het CBS nemen de overige huurwoningen niet mee in hun berekeningen. In de woonlastentabel inwoners (Tabel: PL.01 Lastenontwikkeling inwoners) maken we dit onderscheid niet en gaan we uit van één gemiddelde WOZ-waarde van alle woningen dienende tot hoofdverblijf met een waarde van € 362.000,--
Tabel: PL.01A Atlas Lokale Lasten Coelo 2022
Eigenaar - bewoner | Eenpersoonshuishouden | Meerpersoonshuishouden |
---|---|---|
Zaanstad | 959 | 959 |
Apeldoorn | 901 | 919 |
Amersfoort | 897 | 994 |
Utrecht | 884 | 966 |
Arnhem | 876 | 949 |
Haarlem | 826 | 969 |
Zwolle | 740 | 800 |
's-Hertogenbosch | 638 | 690 |
Huurders | Eenpersoonshuishouden | Meerpersoonshuishouden |
Zaanstad | 623 | 623 |
Apeldoorn | 372 | 389 |
Utrecht | 339 | 448 |
Amersfoort | 288 | 385 |
Arnhem | 278 | 351 |
Haarlem | 270 | 412 |
's-Hertogenbosch | 264 | 317 |
Zwolle | 237 | 296 |
Overzicht raming belastingopbrengsten
Tabel PL.02 geeft een overzicht van de geraamde belastingopbrengsten per belastingsoort over de periode 2021-2026. De verschillende belastingsoorten worden hieronder verder uiteengezet.
Tabel: PL.02 Overzicht geraamde belastingopbrengsten
REKENING | BEGROTING | BEGROTING | RAMING | RAMING | RAMING | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Afvalstoffenheffing | 21.144 | 21.166 | 23.717 | 24.568 | 25.197 | 25.758 | ||
Hondenbelasting | 720 | 738 | 753 | 753 | 753 | 753 | ||
OZB | 50.508 | 51.657 | 53.797 | 54.519 | 55.240 | 55.962 | ||
Precariobelasting | 1.350 | 164 | 167 | 167 | 167 | 167 | ||
Rioolheffing | 14.127 | 14.216 | 15.492 | 15.923 | 16.514 | 17.069 | ||
Toeristenbelasting | 300 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 | ||
TOTAAL | 88.149 | 88.541 | 94.526 | 96.530 | 98.471 | 100.309 |
Afvalstoffenheffing
Algemeen
Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de Wet milieubeheer voor de gemeente een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De afvalstoffenheffing is mag ten hoogste kostendekkend zijn. Het beleid van volledige kostendekking zetten wij ook in 2023 voort. De toegepaste heffingssystematiek met twee tarieven, een (lager) tarief voor eenpersoonshuishoudens en een (hoger) tarief voor meerpersoonshuishoudens, wordt ook in 2023 gehanteerd.
Kostenontwikkelingen
De lasten voor het ophalen en verwerken van afvalstoffen stijgen. Als gevolg van de stijging van de kostenbasis zijn de afvaltarieven gestegen en daarmee ook de hoogte van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. In tabel PL.03 is de uitsplitsing van de kostenbasis opgenomen.
Tabel: PL.03 Kostenbasis afvalstoffenheffing
Afvalverwerking | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|
AVU | 6.274 | 6.585 |
ROVA | 9.682 | 11.084 |
Zwerfafval | 1.163 | 1.225 |
Compensabele BTW | 3.346 | 3.666 |
Oninbaar | 46 | 75 |
Kwijtschelding | 1.001 | 1.218 |
Overige kosten | 1.501 | 1.843 |
Opbrengst oud papier en PMD | -1.848 | -1.978 |
Totaal afvalverwerking | 21.165 | 23.718 |
Overige kosten gespecificeerd: | ||
Diensten van derden | 661 | 544 |
Kapitaallasten | 25 | 277 |
Lasten voor inning (incl. loonindexering) | 241 | 223 |
Directe en indirecte lasten | 212 | 352 |
Overhead | 362 | 446 |
Totaal overige kosten | 1.501 | 1.842 |
Tarieven
De afvalstoffenheffing gaat in 2023 omhoog. Het tarief van een eenpersoonshuishouden gaat met € 26 omhoog van € 247 in 2022 naar € 273 in 2023. Het tarief van een meerpersoonshuishouden gaat met € 34 omhoog van € 343 in 2022 naar € 377 in 2023. Deze stijging wordt deels veroorzaakt door de invoering van de inzameling van de grondstoffen GFT, OPK en PMD in de gestapelde bouw in de gehele stad. In juli 2021 heeft de Raad hierover een besluit genomen. Hierdoor stijgen de lasten in een paar jaar tijd structureel met € 1,2 miljoen. De meerkosten voor de aanpak van de kleinschalige gestapelde bouw zijn niet in het tarief opgenomen. We voorzien dat deze incidentele lasten opgevangen kunnen worden met een incidenteel batig saldo van 2022. Daarnaast stijgt het tarief onder andere als gevolg van de ontwikkelingen in de verwerking van de grondstoffenmarkt en loon- en prijsindexeringen. Zie de financiële analyse in paragraaf 1.1.4 Milieu voor alle ontwikkelingen in de baten en lasten van de afvalstoffenheffing.
Onroerende-zaakbelasting (OZB)
Algemeen
Van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken wordt onder de naam ‘onroerende-zaakbelastingen’ (OZB) twee directe belastingen geheven:
1. een belasting van degene die een onroerende zaak die niet in hoofdzaak als woning dient, bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt (gebruikersbelasting);
2. een belasting van degen die bij het begin van het kalenderjaar het genot heeft van een onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht (eigenarenbelasting).
De gebruikersbelasting wordt uitsluitend geheven over niet-woningen en de eigenarenbelasting over zowel woningen als niet-woningen.
Tariefontwikkeling
Uitgangspunt is dat de (woon)lasten reëel zijn en passen bij het voorzieningenniveau van Amersfoort. Om dat voor de OZB te realiseren, zullen de waardeontwikkelingen van de woningen en de niet-woningen in de tarieven gecompenseerd worden.
De nieuw vastgestelde WOZ-waarden voor de heffing OZB 2023 zijn gebaseerd op het prijspeil van 1 januari 2022. Bij de berekening van de (voorlopige) nieuwe OZB tarieven 2023 is uitgegaan van de eerste prognoses van de nieuwe WOZ-waarden. Berekend is een gemiddelde waardestijging voor de woningen van 15% en voor niet-woningen een daling van 1%.
Deze waardemutaties wordt nog verdisconteerd in de berekening van de tarieven om de totale belastingopbrengst op een gelijk niveau te houden. De totale opbrengst zal dan enkel nog stijgen met de 2% regulier peilaanpassing, de bouwkundige uitbreidingen of verbeteringen (naar verwachting 1,6% extra) en de overige areaaluitbreidingen. Nadat in medio oktober minstens 70% van de objecten getaxeerd is en er meer zicht op de daadwerkelijke waardemutatie komt, kan de waardemutatie nauwkeuriger worden bepaald. Daarna kunnen de definitieve tarieven worden berekend.
In de begroting 2022 was een incidentele OZB-verlaging opgenomen van € 575.000 ter compensatie van de precariobelasting op de kabels en leidingen van nutsbedrijven. Deze OZB-verlaging zou in 2023 teruggedraaid worden. Met het oog op de hoge inflatie en gestegen energielasten voor onze inwoners, heeft ons College er voor gekozen deze verhoging in 2023 niet door te voeren. Voor 2024 zullen we hier een nieuwe afweging in maken.
Herwaardering
Zodra medio december 2022 90% van de woningen en de niet-woningen getaxeerd is, kan bij de Waarderingskamer een verzoek worden ingediend om in 2023 te mogen beschikken en eind januari 2023 de (bulk) OZB aanslagen op te leggen.
Bij de vaststelling van de verordeningen OZB en rioolheffing gaan wij nader in op de uitkomsten van de herwaardering en zullen dan eveneens de nieuwe gemiddelde WOZ-waarde opnemen (verplichte indicator BBV). Vanwege de complexiteit van de markt voor onroerend goed op dit moment is het nog de vraag of de herwaardering voor de begrotingsvaststelling kan worden afgerond.
Samenwerking met inwoners en bedrijven
Wij streven naar een zo goed mogelijke herwaardering, vertrouwen op deze waardering en streven naar een zo beperkt mogelijk aantal bezwaarschriften. Daarom zet de gemeente maximaal in op informeel contact tussen inwoner en taxateur. Dit informele contact geeft de inwoner de mogelijkheid om met de taxateur te overleggen over de totstandkoming van de WOZ-waarde. Ook wanneer de aanslag/WOZ-beschikking al is opgelegd en de inwoner of het bedrijf hierover vragen heeft, of als hij het niet eens is met de waarde. Dat past in een informelere benadering van geschilsituaties. Immers, een juridisch juiste duiding van een geschil, betekent niet automatisch dat een probleem is opgelost. Zonder afbreuk te doen aan de procedurele rechtvaardigheid, zijn er mogelijkheden om te zorgen voor effectieve geschilbeslechting. Het grote voordeel voor inwoners en bedrijven is dat zij niet per definitie bezwaar moeten maken om tot een oplossing te komen. Zo lossen we samen een probleem op en voorkomt het directe contact dat inwoners en bedrijven de stap naar een No-cure-no-pay bureau (NCNP) maken. Het aantal bezwaren door NCNP's is fors gestegen, wat voor de gemeente geleid heeft tot hogere kosten in de afgelopen jaren.
Is de aanslag eenmaal verstuurd, dan start het invorderingsproces. Dit invorderingsproces heeft als doel de belastingschulden zo volledig mogelijk te innen. Het is daarbij beleid van de gemeente Amersfoort om zo snel mogelijk in contact te komen met degenen die om diverse redenen de belastingschuld niet kunnen betalen en met hen afspraken te maken en zo nodig door te verwijzen naar maatschappelijke instanties zoals de schuldhulpverlening. Daarvoor wordt, op het moment dat er niet is betaald na de aanmaning, een extern bureau ingezet om belastingschuldigen telefonisch te benaderen. Op die manier worden onnodige dwanginvorderingskosten voor de inwoner zoveel mogelijk vermeden. Ook wordt er op de website van de gemeente verwezen naar mogelijkheden voor betalingsregelingen en het opnemen van contact. Er wordt soepel omgegaan met betalingsregelingen en zoveel mogelijk meegedacht met inwoners en bedrijven.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voorwerpen op gemeentegrond die belast worden zijn bijvoorbeeld kabels en leidingen (behoudens van nutsbedrijven), terrassen, bouwmaterialen, zonneschermen, luifels, lichtreclames en vlaggen.
De tarieven precariobelasting worden voor 2023 trendmatig verhoogd met 2%.
Rioolheffing
Algemeen
Onder de naam rioolheffing kan op grond van de Gemeentewet een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de inzameling en transport van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater, de inzameling en verwerking van hemelwater en grondwaterbeheer. De rioolheffing is evenals de afvalstoffenheffing een heffing die ten hoogste kostendekkend mag zijn. Ook bij de rioolheffing wordt het beleid van volledige kostendekkendheid gehandhaafd.
Voor de rioolheffing geldt dat de aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde van het pand. De hoogte van de tarieven is daarom afhankelijk van de uitkomst van de herwaardering. Evenals bij de OZB is de ontwikkeling van de WOZ-waardes niet relevant voor de hoogte van de gemiddelde aanslag. De eerder genoemde waardeontwikkelingen worden in de tarieven verdisconteerd.
Kostenontwikkelingen
De kosten van kwijtscheldingen, oninbaarverklaringen en het grondwaterbeheer zitten in deze heffing verwerkt, als ook een deel van de kosten voor straatreiniging/zwerfafval. In tabel PL.04 is de uitsplitsing van de kostenbasis opgenomen.
Tabel: PL.04 Kostenbasis rioolheffing
Riolering | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|
Dotaties aan voorzieningen | 5.750 | 5.980 |
Kwijtschelding | 128 | 162 |
Oninbaar | 29 | 28 |
Straatreiniging | 727 | 766 |
Beheer wegen- en watergangen | 863 | 893 |
Compensabele BTW | 2.056 | 2.257 |
Overige kosten | 4.662 | 5.406 |
Totaal riolering | 14.215 | 15.492 |
Overige kosten gespecificeerd: | ||
Diensten derden | 2.050 | 2.700 |
Rova | 1.383 | 1.432 |
Lasten voor inning (incl. loonindexering) | 219 | 223 |
Dienstverlening wijkbeheer | 453 | 469 |
Directe en indirecte lasten | 213 | 227 |
Overhead | 344 | 355 |
Totaal overige kosten | 4.662 | 5.406 |
Herwaardering
Voor de rioolheffing geldt dat de aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde van het pand. De hoogte van de tarieven is daarom afhankelijk van de uitkomst van de herwaardering. Evenals bij de OZB is de ontwikkeling van de WOZ-waardes niet relevant voor de hoogte van de gemiddelde aanslag. De eerder genoemde waardeontwikkelingen worden in de tarieven verdisconteerd.
Tarieven
De rioolheffing gaat in 2023 met € 5 omhoog. Deze verhoging wordt met name veroorzaakt door een verhoging van de spaarcomponent toekomstige vervangingsinvesteringen, extra budget voor klimaatadaptatie en loon- en prijsindexeringen. Zie de financiële analyse in paragraaf 1.1.5 Stedelijk beheer, klimaatadaptatie en groen voor alle ontwikkelingen in de baten en lasten van de rioolheffing.
Overige belastingen en rechten
Hondenbelasting
Hondenbelasting wordt geheven ter zake van het houden van een hond. De belasting wordt geheven over het aantal honden dat iemand houdt.
De tarieven voor de hondenbelasting worden trendmatig verhoogd met 2%.
Toeristenbelasting
Toeristenbelasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. De toeristenbelasting wordt geheven over het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Het tarief voor de toeristenbelasting wordt trendmatig verhoogd met 2% van € 2,40 naar € 2,45 per overnachting.
Parkeerbelasting
In het kader van de parkeerregulering worden onder naam parkeerbelasting een belasting geheven ter zake van het parkeren van een voertuig en een belasting ter zake van het verlenen van een vergunning voor het parkeren van een voertuig. Heffing en invordering van de parkeerbelastingen zijn in handen van de Coöperatie ParkeerService U.A.
De tarieven voor de parkeerbelasting worden trendmatig verhoogd met 2%.
Rechten (Retributies)
Rechten kunnen worden geheven ter zake van het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn, het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten en vermakelijkheden als de gemeente daaraan op enige manier medewerking verleend.
Leges
Leges zijn rechten die geheven worden wegens het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. De diensten, waarvoor door gemeente Amersfoort leges geheven wordt, zijn opgenomen in de bij de legesverordening behorende tarieventabel. Het betreft een scala van diensten die variëren van het verstrekken van paspoorten en rijbewijzen, het verlenen van omgevingsvergunningen tot en met het verlenen van evenementenvergunningen.
Onder het kopje ‘landelijke ontwikkelingen’ is de invloed van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen op de leges uiteengezet.
Kwijtschelding van belastingen
De gemeente kan op grond van de wet gehele of gedeeltelijke kwijtschelding verlenen als een belastingschuldige niet in staat is om anders dan met buitengewoon bezwaar een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen.
Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit en het vermogen van de belastingschuldigen. Bij de berekening daarvan mag de gemeente afwijken van de ministeriële kwijtscheldingsregeling en bij het bepalen van de kosten van bestaan ruimere regels stellen dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeente Amersfoort voert een actief en maximaal kwijtscheldingsbeleid en gaat voor de kosten van bestaan uit van 100% van de bijstandsnorm, waardoor maximale kwijtschelding wordt verleend.
Ook ondernemers die een zelfstandig bedrijf of beroep uitoefenen kunnen voor ten aanzien van hun privébelastingen voor kwijtschelding in aanmerking komen.
Aan bijstandsgerechtigden, inwoners die uitsluitend een AOW-uitkering hebben en ondernemers met een BBZ-uitkering wordt in de regel geautomatiseerd kwijtschelding verleend. Deze groep, groot zo’n 3.000 belastingschuldigen, hoeft dus geen verzoek om kwijtschelding in te dienen. De gemeente handelt daar proactief door met verleende toestemming van belastingschuldigen gegevens te laten toetsen bij het Inlichtingenbureau, een onderdeel van het Bureau ketenregistratie werk en inkomen (BKWI). Kwijtschelding is mogelijk voor de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (max.1 hond).